Advies bij energieprestatiecertificering voor bestaande niet-residentiële gebouwen

Om een energieprestatiecertificering (EPC) van de bestaande niet-residentiële gebouwen te kunnen implementeren, hebben de 3 gewesten beslist om een gemeenschappelijk bestaand certificeringshulpmiddel (rekenmethode, inspectieprotocol voor de gegevens ter plaatse en software) te ontwikkelen.

De aanpassing van de bestaande rekenmethode is gebeurd op basis van en in overeenstemming met de ‘EPN’-methode voor nieuwe niet-residentiële gebouwen. Daarbij wordt tevens naar een evenwicht gezocht tussen de kwaliteit en de reproduceerbaarheid van het energieprestatiecertificaat.
De gewesten doen hiervoor beroep op externe consultants.  Enerzijds wordt een externe coördinator aan gesteld, meer bepaald Builddesk, die de uitvoering en de coördinatie voor het aanpassen van de rekenkern, de werkwijze (o.a. inspectieprotocol) en de software voor niet-residentiële gebouwen op zich neemt. Anderzijds worden diverse gespecialiseerde consultants aangesteld met elk kun specifieke expertise. De vragen van de coördinator hebben tot doel om informatie te verstrekken over de Belgische kenmerkende aspecten met betrekking tot de gebouwschil, de technische installaties (HVAC en sanitair warm water) en de verlichtingsinstallaties in de verschillende types van gebouwen.

De taken van Ingenium bestaan uit het deelnemen aan de ontwikkeling van de rekenmethode en het inspectieprotocol zijnde: het beoordelen van de door de coördinator voorgestelde rekenmethode op de toepasbaarheid in België en indien nodig het formuleren van aangepaste voorstellen, het bewaken van het evenwicht tussen reproduceerbaarheid en kwaliteit, het formuleren van manieren om ter plaatse de benodigde zaken vast te stellen, het aangeven van defaultwaarden… en het testen van de ontwikkelde hulpmiddelen op bestaande gebouwen (pilootprojecten).