VEA herziening methode externe warmte

VEA vraagt ondersteuning bij de aanpassing en aanvulling van de EPB-rekenmethodiek voor externe warmte.
Enerzijds wordt voor enkele specifieke technologieën een gedetailleerde rekenmethodiek opgesteld, met tekstopmaak op het niveau van de regelgeving zelf, zodat deze door VEA eenvoudig geïmplementeerd kan worden in de nieuwe regelgeving.
Anderzijds worden voor enkele overige technologieën en thema’s advies geformuleerd. Dit advies is een voorbereidende stap tot de (eventuele) opmaak van nieuwe regelgeving. Doch omvat niet de uitwerking in regelgeving zelf.

Ingenium stelde een aanpassing voor van de gedetailleerde rekenmethodiek voor externe warmte. Zo is het nu mogelijk om zonthermische installaties en warmtepompen op basis van restwarmte toe te voegen als warmteopwekker. Elektrische warmtepompen krijgen bovendien een eerlijker rendement toegekend.
Ook de verdeling van warmtefracties over de opwekkers is aangepast. Dit heeft als gevolg dat de kleinere, preferente opwekkers, die typisch de meest duurzame warmte opwekken, een groter aandeel toegekend krijgen. Hierdoor krijgt een warmtenet een betere en meer eerlijke primaire energiefactor en aandeel hernieuwbare energie.
Ingenium maakte bovendien ook voorstellen voor een aanpassing van de aftopping van de primaire energiefactor en onderbouwde op basis van verschillende cases verantwoordbare waarden.
Ten slotte werden de mogelijkheden voor ingave van meetwaarden uitgebreid, zodat werkelijke, gemeten waarden kunnen worden gebruikt voor de bepaling van de primaire energiefactor en het aandeel hernieuwbare energie. Op die manier kunnen deze worden toegepast wanneer de berekende waarden afwijken van de werkelijke, gemeten waarden.
Analoog aan de bestaande methodiek voor externe warmte, werd een methodiek voor externe koude voorgesteld. Deze methodiek stelt een meer vereenvoudigde vorm van de methodiek van externe warmte voor.
Ten slotte stelde Ingenium een visie op omtrent de toekomstige ontwikkeling van de methodiek voor externe warmte en een mogelijke vereenvoudiging. Hiervoor werd gesteund op methodes uit het buitenland, waaronder Nederland en Zweden. Met deze visie wensen we een beeld te geven op een mogelijke vereenvoudiging van de complexe en gedetailleerde rekenmethodiek.