26 januari 2021

Warmtezoneringsplannen zijn sleutel tot lokale warmtetransitie

Steden en gemeenten denken volop na over hoe ze de Europese, federale en Vlaamse klimaatambities lokaal kunnen helpen waarmaken. Een van de vraagstukken daarbij is hoe gebouwen in de toekomst zullen worden verwarmd. Om doordachte transitiescenario’s te kunnen schrijven, zijn warmtezoneringsplannen een bijzonder nuttig instrument.

Warmtezoneringsplannen zijn sleutel tot lokale warmtetransitie

Warmtezoneringsplan – Wat?

Een warmtezoneringsplan is een kaart of een verzameling van kaarten die de huidige situatie in een gemeente in beeld brengt – waar wordt vandaag op welke manier verwarmd en welke warmtebronnen zijn aanwezig? – en de diverse opties onderzoekt om het warmtevraagstuk te verduurzamen. Deze kaarten worden vertaald naar een toekomstperpectief, waarbij rekening wordt gehouden met ontwikkelingen, renovaties en nieuwe warmtebronnen, zodat een eindplaat kan worden opgesteld waar de gemeente naartoe kan evolueren.  De oplossingen kunnen collectief zijn (met duurzame warmtebronnen als vertrekpunt) of individueel per gebouw (met een warmtepomp of een biomassaketel).


Warmtezoneringsplan – Hoe?

We starten met een wijktypekaart. Op basis van openbare data delen we het grondgebied op in type gebouwen op basis van de bestemming van de percelen: woningen, kantoren, winkels, scholen, zorginstellingen, industrie, landbouw. Bij woningen brengen we ook het gemiddelde bouwjaar, het gemiddeld inkomen per huishouden, het type huishouden en de leeftijd van de bewoners in kaart. Het zijn immers elementen die kunnen meespelen in de bereidheid van burgers om (nog) te investeren in de vergroening van hun warmtevraag.

Daarna wordt een warmtevraagkaart opgemaakt. We bekijken enerzijds waar de grote warmtevragers zoals industrie, scholen en zorginstellingen zitten (rood op de kaart) en brengen anderzijds mogelijk interessante warmtebronnen in kaart, zoals afvalverbrandingsovens, restwarmte uit de industrie, rioolwaterzuivering, oppervlaktewater, koude-warmteopslag en warmtekrachtkoppeling. Ook het renovatiepotentieel van bestaande voorzieningen en installaties wordt nagegaan.

Op basis van alle verzamelde informatie – die ook nog in diverse ándere dan de hierboven vermelde kaarten kan worden vervat – wordt een warmtezoneringskaart aangemaakt. Daarbij wordt het grondgebied opgedeeld in zones. Voor elke zone bepalen we wat de beste optie is.

Welke opties als keuzemogelijkheden voor het lokaal bestuur weerhouden worden, hangt af van haar klimaatambities. Kiezen voor een CO2-neutraal model sluit bijvoorbeeld het gebruik van fossiele brandstoffen – zoals aardgas – volledig uit, terwijl inzetten op een reductie van bijvoorbeeld 40 procent ook met een mix van fossiele en hernieuwbare energie kan worden gerealiseerd. Hoe dan ook houden we in onze modellen rekening met de beste optie(s) op de lánge termijn, bij voorkeur met een tijdshorizon die ligt in 2050.

Waarom Ingenium?

Bij Ingenium bouwen we al decennialang expertise op met zowel lokale warmtenetten als individuele gebouwoplossingen . Gebaseerd op vele tientallen haalbaarheidsstudies en de effectieve engineering van tal van concrete projecten is onze knowhow bijzonder uitgebreid. De warmtezoneringsplannen die we opmaken zijn dan ook geen theorie, maar steunen op concepten en plannen van aanpak die hun meerwaarde in de praktijk hebben bewezen.

Meer info?

Contacteer dan zeker onze expert Thomas Koch via 050 40 45 30 of via thomas.koch@ingenium.be