06 juni 2022

Energiedelen is de nieuwe manier om stijgende kosten te counteren

Wie met een eigen PV-installatie elektriciteit opwekt, kon daar tot voor kort slechts twee kanten mee op: bij voorkeur zo veel mogelijk zelf verbruiken, en daarna eventuele overschotten terug in het net injecteren. Energiedelen maakt echter nog een derde oplossing mogelijk, die een positieve invloed heeft op de energiefactuur.

Energiedelen is de nieuwe manier om stijgende kosten te counteren

Éen gebouw

Het teveel aan zelf opgewekte elektriciteit uitwisselen met anderen, is nieuw. Sinds 01/01/2022 maakt Fluvius energiedelen mogelijk binnen één gebouw. Zo kan de opgewekte energie verdeeld worden over de verschillende bewoners van een appartementsgebouw. Voorwaarde is wel dat zij allemaal dezelfde energieleverancier hebben – wat in de praktijk niet altijd evident is – en dat de installatie maximum tot 40 kW piek gaat. Vanaf 01/01/2023 wordt energiedelen binnen één gebouw wél mogelijk voor afnemers met een verschillende energieleverancier.

Éen titularis

Vanaf 01/07/2022 wordt het ook mogelijk dat energie gedeeld wordt tussen gebouwen van eenzelfde netgebruiker. Tot eind 2022 moeten alle locaties dezelfde energieleverancier hebben, maar vanaf 01/01/2023 vervalt deze voorwaarde, net als de beperking tot 40 kW piek.

Deze vorm van energiedelen kan interessant zijn voor particulieren met een PV-installatie op de vaste verblijfplaats en een buitenverblijf zonder zonnepanelen. Maar ook beheerders van diverse gebouwen waarvan één wel en andere geen PV-installatie hebben, kunnen hier voordeel bij doen.

Peer-to-peer

Vanaf 01/07/2022 wordt het ook mogelijk dat de opwekker de elektriciteit met één afnemer gaat delen, ook al bevindt die afnemer zich niet op dezelfde locatie. Tot eind 2022 moeten beide dezelfde energieleverancier hebben, maar vanaf 01/01/2023 vervalt deze voorwaarde, net als de beperking tot 40 kW piek.

Energiegemeenschappen

Een derde vorm van energiedelen zijn de energiegemeenschappen die vanaf 01/01/2023 mogelijk worden. Actieve afnemers, overheden en kleine en middelgrote ondernemingen kunnen zich verenigen om elektriciteit of thermische energie onderling te delen, met tussenkomst van een rechtspersoon. Over deze vorm van energiedelen bestaat op dit moment echter nog veel onduidelijkheid. Er wordt verwacht dat de focus zal liggen op energiepositieve districten. Daarbij kan systeemintegratie helpen om de bouwkundige, architecturale en omgevingsaspecten en de diverse technieken te verenigen via cocreatie met de gebruikers en stakeholders in de wijken en sites. Zo kunnen de klimaatdoelstellingen op een sociale manier worden behaald.

Waarom drukt energiedelen de factuur?

De stijgende energieprijzen zijn een extra incentive om aan energiedelen te doen. De factuur bestaat uit 3 hoofdcomponenten: de energiecomponent, accijnzen en btw, en transmissie en distributie. Wie het overschot van de zelf opgewekte elektriciteit terug in het openbaar net injecteert, krijgt enkel (een deel van) de energiecomponent terugbetaald. Als de geïnjecteerde elektriciteit echter wordt verdeeld en onmiddellijk verbruikt door eigen gebouwen op een andere locatie, kan men de huidige hoge elektriciteitskosten drukken over alle locaties heen.

Businesscase 1 – POM West-Vlaanderen

De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen heeft op 18 locaties in de provincie een vestiging van ’t Werkpand. Recent gestarte ondernemers kunnen er tegen een voordelig tarief een kantoor en/of atelier huren. We onderzochten het potentieel van 2 vormen van energiedelen: binnen 1 gebouw en binnen 1 titularis (= alle gebouwen met elektriciteitsfacturatie onder de naam ’t Werkpand). De tweede vorm bleek de interessantste, met een uitgebreide PV-installatie op het dak van een van de Oostendse vestigingen van ’t Werkpand. Van de elektriciteit die daar wordt opgewekt, kan de restenergie worden verdeeld over de 17 andere vestigingen. Hoe energiedelen kan worden toegepast, werd onderzocht in het kader van het Interreg2Seas-project LECSEA. Het project creëert energiesynergieën tussen clusters van bedrijven om zo meer investeringen in lokale hernieuwbare energieproductie te realiseren en CO2-emissies te reduceren.

Businesscase 2 – Parking Keerdok (Mechelen)

Stad Mechelen wil van de nieuwe parking Keerdok – aan de Eandistip vlak bij de N16 – dé nieuwe hub voor laadinfrastructuur voor elektrische wagens maken. Naast de selectie voor de parkinguitbater ging de stad ook op zoek naar een exploitant voor de laadinfrastructuur en het energiemanagement in het gebouw. Bedoeling is immers om de elektriciteit – die deels via een nieuwe PV-installatie zal worden opgewekt – te delen met de andere gebruikers in het gebouw, zoals kantoren en een supermarkt. Wij maakten een bestek dat als leidraad dient voor de selectie van die exploitant. Dit project is echter niet enkel vooruitstrevend omdat energiedelen zal worden toegepast. Het slimme energiemanagementsysteem zal ervoor zorgen dat de opgewekte zonne-energie maximaal benut wordt in het gebouw. In de toekomst wil men ook een pilootproject opzetten met een vehicle-to-grid laadpaal, die het mogelijk maakt om in bepaalde tijdsperiodes de wagen te óntladen en ook die elektriciteit te delen met andere gebruikers.

Businesscase 3 – Ragheno (Mechelen)

Voor Stad Mechelen maakten we ook een haalbaarheidsstudie voor de nieuwe stadswijk Ragheno, gelegen achter het station. De centrale vraag was hoe de site CO2-neutraal kan worden verwarmd en gekoeld, via geothermie, warmterecuperatie uit een nabijgelegen datacenter of de Dijle of via riothermie. Een deelaspect van de studie was om het aandeel hernieuwbare energie nog verder te vergroten door maximaal PV-panelen in te zetten, en de opgewekte energie via energiedelen ter beschikking te stellen van de woningen en de kantoren op de site.

Meer info

Meer weten over energiedelen en hoe dat concreet aan te pakken? Neem contact op met Emmanuel Vierstraete via 050 40 45 30 of emmanuel.vierstraete@ingenium.be